“Misschien een snoek of een andere grote vis die net even boven het water was uitgepiept en ondertussen allang verder was gezwommen”, constateerde ik, dat komt vaker voor.
Ik probeerde Kari te kalmeren door een hand op haar schouder te leggen en met ferme stem te beweren dat alles “ok” was, doorgaans werkt dat goed. Maar ze was het duidelijk niet met me eens.
Ze bleef tekeergaan, met haar zwarte dropsnoet – die me altijd zo vertedert – driftig wijzend naar één specifieke plek. Deze keer zakte ik helemaal op mijn knieën en hield ik mijn ogen op hondhoogte.
En toen zag ik het…ja wat zag ik eigenlijk? Een parende libel? Nee een libel die boven op een ander insect zat, althans dat was wat ik dacht.
We hebben er samen een tijdje stilletjes naar zitten kijken. Want toen ik eindelijk begreep waar het tumult om ging, was Kari stilgevallen en probeerde ze geïnteresseerd te snuffelen aan dit vreemde wezentje.
Ik had voldoende tijd om een telefoon uit huis te halen en wat foto’s van de situatie te maken. Tot de libel uiteindelijk sierlijk over onze hoofden wegzweefde en het andere insect als een zielig leeg hulsje met witte sliertjes op de rug achterbleef.
De echte insectenkenner weet natuurlijk allang wat hier gebeurd is, maar écht: ik had geen idee.
Samen hebben we het overblijfsel even bestudeerd en de foto die ik ervan maakte, heb ik de dagen erna aan diverse mensen getoond om erachter te komen of libellen misschien andere insecten leegzuigen?
Niemand in mijn omgeving wist het, dus beste insectenkenners, ik vrees dat er nog veel onwetendheid is…
Heel toevallig kreeg ik diezelfde week een interessant filmpje onder ogen waarin een larve zich ontpopt tot libel. Ik herkende het meteen. Dat is dus waar hond Kari lange tijd naar heeft zitten kijken want zoiets duurt blijkbaar lang.
En ik heb getuige mogen zijn van het laatste deel van dit wondertje, het deel waarin de tere kanten vleugels opdrogen tot ze krachtig genoeg zijn om voorgoed weg te vliegen.
Nou woon ik al 15 jaar aan het water en ieder jaar geniet ik intens van de gracieus langs scherende libellen met hun rood, groen en blauw reflecterende lijfjes.
Er zijn dagen dat poes Beli er drie op een rij naar de woonkamer sleept als prooi. Zielig, maar ik troost me dan maar met de gedachte dat ze de koolmeesjes, merels en mussen in de tuin met rust laat.
Nooit eerder heb ik me afgevraagd hoe die libellen daar eigenlijk komen. En zonder hond Kari had ik het nog steeds niet geweten. Maar ik had het ook nooit geweten als ik mijn perspectief niet zo drastisch had veranderd. Of als ik mijn hond niet serieus had genomen.
En zo leerde ik weer een wijze les van mijn hondengids. Want hetzelfde gaat op voor visies, ideeën en angsten van de mensen om ons heen. Die zie je ook niet als je alleen oppervlakkig meekijkt of luistert, uitgaand van alleen je eigen referentiekader.
Je kunt het pas echt begrijpen als je drastisch van perspectief verandert. Als je bereid en in staat bent je echt in de ander te verdiepen, met open blik. En als je de ander serieus neemt. Dan kan het zomaar zijn dat je - in een wereld die je al heel lang kent – ineens wonderen ziet.